Buiten vliegen is zo leuk, maar wind is toch wel direct aartsvijand nummer 1 bij leuke vluchtjes. Regen in theorie ook, maar dat mijd je meestal vooraleer je aan een vluchtje begint. Maar hoe zorg je ervoor dat je niét in een boom terechtkomt?
Deze informatie is vooral van toepassing voor drones zondér GPS die zich lokaliseren via een optische sensor, een uitstervend ras. Natuurlijk blijven algemene principes voor andere drones ook gelden.
Binnen en buiten
Met je drone kan je makkelijk vliegen: zowel binnen (maar goed opletten), in grote ruimtes, of buiten bij mooi windstil weer. Op dat moment gedraagt je drone zich fantastisch. Boven grond tenminste. Immers, zo een lichte drone is ‘normaal gezien’ gemaakt voor ideale omstandigheden en geeft dan echt wel heel wat plezierige tijden. Het is echter bij buitenvluchten met wat wind dat je hinder opmerkt vanaf een bepaald niveau.
Een heel zacht briesje is geen probleem. Je merkt wel dat je af en toe moet tegensturen, maar buiten het feit dat je drone lichtjes schuin hangt tegen de windrichting in, is er geen vuiltje aan de lucht. Pun intended.
Eens de wind echter plotseling meer opsteekt, en dat...
Verder lezen?
Je ziet dit bericht omdat het vervolg van dit artikel is voorbehouden voor onze leden (en je niet ingelogd bent).
Tip: Klik onderaan deze pagina op "inloggen" & lees rustig verder.
Nog geen lid? Geen probleem! Je kan gratis lid worden van FDR1 en toegang krijgen tot alle extra informatie zoals deze.